klik hier voor: deel I deel II deel III
De misleiding van Coronie, deel 4: de finale!
Ai baya! Ik ga jullie weer de kop van het lijf zeuren over de misleiding van Coronie en zijn “Dromers doemdenkers en doorzetters”, nu in deel 4, de finale. Wat vinden Coronianen er zelf van? Welnu, ik was geheel oktober 2011 in Suriname, en in die periode vaak in Coronie. Ik besprak mijn bevindingen uit de misleiding deel I tot en met III, met mensen daar. Sommigen waren dat boek allang vergeten; slechts de mooie prenten van bekenden uit dat boek herinnerden zij zich nog. Anderen wisten niet eens van het bestaan van het boek. Ik sprak in Paramaribo met een notabele Coroniaan die zich politicus noemt. Die man wist ook heel weinig over het boek. Hij kon zich wel iets herinneren over een expo, verder niets. Ik vertelde de mensen in Coronie wat ik allemaal had achterhaald. Sommigen waren verbaasd. Maar soms voelde ik me wel in de aap gelogeerd. Dat was wanneer ik hardnekkige desinteresse waarnam. Jij maakt je druk om de misleiding van die mensen, terwijl de meesten niet eens weten wat je uitkraamt over een boek dat zou zijn verschenen en waarvan 50 exemplaren zouden zijn verloot in Coronie. Het was voor de meesten een ver-van-hun-bedshow: een vluchtige gebeurtenis m.b.t. een boek en een paar witte mensen die voor verloot-Sinterklaas speelden in november 2010, een publiciteitsstunt.
Een serieuze mevrouw uit Coronie, die ik maar Antoinette zal noemen en wiens woning uitgebreid is tentoongesteld in het boek vertelde mij het volgende verhaal: “Wat jij niet weet is, dat vorig jaar zelfs kalenders van 2011 zijn verschenen met foto’s van de huizen uit Coronie. De kalenders werden in het Binnenland verkocht aan toeristen, maar niet in Coronie”. Ik reageerde met: ‘misschien waren de mensen achter de kalenders bang dat huiseigenaren geld zouden vragen’. Antoinette reageerde toen als volgt: “chmm!! Wel nadat een van die mevrouwen die het boek hadden geschreven weer in Coronie was, zag ik haar in de Tweedestraat. Dus ik liep naar haar toe en zei tegen die mevrouw: “Fiene jullie hebben geld gemaakt met dat boek, en ik had verwacht dat je minstens een stuk zeep of een tube Colgate voor me zou meenemen naar Coronie en bovendien hoor ik dat jullie ook kalenders gemaakt hebben met foto’s van die huizen en de kalenders verkopen voor toeristen in het Binnenland. Fiene lachte heel lief en zei dat ik me geen zorgen hoefde te maken en dat ze de volgende keer wanneer ze zou terugkeren naar Coronie wat voor me zou meenemen en ook een kalender. Fiene zei erbij dat ik trouwens die kalender ook kon gaan kopen bij Readytex in de stad! Boi, ik was boos op die vrouw! Bovendien zou ze terugkomen toch? Ik heb haar nooit meer teruggezien! Toen zij en die anderen mijn huis wilden bekijken voor dat boek en afmetingen van het huis wilden nemen gaf ze me 50 srd. Ik vroeg toen: waarvoor geef je me 50 srd?? Ze zei: zo-maar-zo omdat IK het je wil geven, en ze stopte dat geld in mijn hand. Toen hebben ze mijn gehele huis opgemeten en zijn tot de slaapkamers gegaan, wat ik eigenlijk niet leuk vond. Pas toen begreep ik waarom ze me die 50 srd had gegeven: yu kang reken, baka datti mi no mang tak’ tranga moro, want deng gi mi wang sanni “ (nadat ze me wat hadden toegestopt, had ik nog maar weinig noten op mijn zang, begrijp je?).
De ironie wil wel dat de schrijvers zichzelf incrimineerden door zelf te beschrijven hoe de bouwers van die unieke woningen tot hun unieke architectonische keuzen waren gekomen en waarom die eigenaren/zelfbouwers voor een bepaald bouwconcept hadden gekozen. Hiermee tonen de schrijvers zelf aan dat al die unieke woningen, unieke voortbrengselen zijn van de geest van die individuele unieke personen uit Coronie. De ontwerpen zijn dus het intellectuele eigendom van de eigenaren/zelfbouwers van de gespotte woningen. En daar gingen de schrijvers mee aan de haal.
Je mag in algemene zin uiteraard wel foto’s maken vanaf de straat,” gewoon een tafereel”, zou je kunnen zeggen. Maar wanneer je een bepaalde woning in een bepaalde straat uitkiest omdat de woning zich onderscheidt van andere, vanwege haar unieke vormgeving, uitstraling, noem maar op, en je gaat het verkregen beeldmateriaal exploiteren, dan betekent dit schending van het recht van de eigenaar (bedenkers van het concept) van de woning of van diens erfgenamen. Ook schend je zijn privacy.
Neem nou als voorbeeld het huis van wijlen oom Richenel Rozenblad, een heer van stand die ik persoonlijk gekend heb als grote vriend van mijn reeds overleden vader. Dat huis is door de schrijvers gefotografeerd, in het boek opgenomen, daarna geschilderd op canvas, en ten slotte als uniek kunstwerk van de schilder zelf, verkocht voor tussen 300-500 USD. Althans dat was de gemiddelde prijs voor die schilderijen op het internet. Echter is hiervoor toestemming vereist van de eigenaren van die woningen of van hun erfgenamen. Alles wat daarbuiten valt is verregaande brutaliteit. Maar dat zal de schrijvers een rotzorg zijn geweest: het gaat immers om Coronie. Daar presteert de overheid het om zonder toestemming gewoon een dijk neer te kwakken op eigendomspercelen van de mensen, zonder dat aan de rechthebbenden enigerlei vorm van compensatie is geboden. Maar niemand die er wat van durft te zeggen uit vrees in zijn/haar bestaan te zullen worden getroffen door diezelfde overheid.
Herwin Hooplot (hvhooplot@hotmail.com)
Nou bedankt dat je ons de ogen hebt geopend hopend dat de overheid in Coronie meer oor en oog zal hebben voor wat er met zijn volk gebeurd.