Historische Documenten

– Wel en Wee reisverslag naar Coronie 1896

Eenige dagen na onze terugkomst uit Nickerie gingen wij weder op reis en wel naar Coronie.
Paaschmaandag 6 april vertrokken wij. Ons reisgezelschap bestond uit Monseigneur, mijn socius, de eerwaarde Moeder en twee Zusters Franciscanessen uit Paramaribo en mijn persoon. Daarenboven nog een menigte andere passagiers van alle naties. ’s Namiddags om 5 uur scheepten wij ons in op de Curaçao, een oude versleten stoomboot met een nog trageren dan slakkengang. Al spoedig hadden we op het dek een bescheiden plaatsje veroverd tusschen groote stapels bananen en andere vruchten, kisten, pakken, rollen kabeltouw, enz. Verder lezen…

– Wederlegging bedenkingen tegen negers (Kronieken Coronie)

Er komen nu zowat 100 kinderen op school. Ik ben zelf verwonderd geweest na 3 jaren afwezigheid, over hunne vorderingen in het leeren, stilte, zedigheid en ijver. Het heeft mij zelf getroffen, het volk zoo goed te hooren medezingen in de kerk, onder de mis en lof zelfs latijnsche gezangen!. De negers schijnen er eer in te stellen, latijn mee te zingen en slagen daar buitengewoon goed in. R.P. Provinciaal kan daar zelf getuigenis van afleggen. Verder lezen…

–  Reisverslag dominee H Weiss 1915 Coronie

Bij vieren waren we te Totness. De gastvrije woning der familie Voland heeft terecht een goeden naam in onzen kring.. Hier in Totness heeft de zendingsfirma een filiaal gevestigd en Broeder Voland staat aan ’t hoofd daarvan; ook is Totness sedert tal van jaren een dochtergemeente van Salem, de moedergemeente in ’t district Coronie. Eer de firma zich hier vestigde, was ’t voor de broeders, die bij nacht te Totness aankwamen, om verder naar Salem te reizen, een lastige geschiedenis. Verder lezen…

– Reglement Santa Verbontoe 1876 (Kronieken Coronie)

Oprichting van het Santa Verbontoe te Coronie. Het doel werking enz blijkt uit het volgende Reglement dat op Zondag 9 Januari 1876 na de H Mis te Mary’s hope en Zondag 16 Januari 1876 te Burnside plechtig is voorgelezen.Verder lezen…

 

 – Ontstaan en Ontwikkeling Van de ST JOZEFPOLDER          ( Kronieken Coronie)

Met de komst van pater J. de Kort op 20 oktober 1914 in Coronie deed ook het patronaatswerk zijn intrede. Door pater Nederveen waren er destijds al enige aanzetten toe gegeven, in die zin dat hij een 8-tal grote jongens bijeengebracht had. Maar deze opzet slaagde niet. De leeftijd speelt een rol.Verder lezen…

– Indrukken over Coronie 1922 (Brief Kronieken)

Sinds een maand zit ik in Coronie. Waarom? Voor herstel van gezondheid of.. om het anders uit te drukken… om eens wat uit te rusten. De koorts is in den laatsten tijd nog al terug gekomen en… om de zaak nu flink aan te grijpen, ze men: Neem enkele maanden rust in Coronie! Ziedaar ! Doch daarmee heb ik tevens tijd U een brief te schrijven.Verder lezen…

–  Door de Modder Naar Coronie  G.J. Staal 1922

Het was niet meêgeloopen. Onze bedoeling was te voet naar Coronie te gaan, beginnende aan den linker oever van de Coppename, ergens nabij de monding, over de rits, die volgens gegevens van wijlen den Gouvernementslandsmeter, den bekenden onderzoeker der binnenlanden van Suriname, W. L. Loth, ongeveer evenwijdig aan de zeekust-lijn moest loopen.Verder lezen…

–  De grote droogte 1926 (Kronieken)

1926 staat in de Kronieken te boek als een jaar van grote droogte. Met uitzondering van 18 en 19 december 1925, had het vanaf 2.2 augustus 1925 niet meer geregend tot eind april 1926.Verder lezen…

– Algemene weetjes overgenomen uit Kronieken

De 20ste november 1873 arriveerden te Burnside de eerste 17 Europese immigranteni, later kwamen er nog twee bij. Enkele van die 19 immigranten zijn naar Demarara ontvlucht, anderen zijn in de gevangenis gezet vanwege vechtpartijen of diefstal. Verder lezen…

– Een uitstap naar Coronie 1822 (kronieken)

Mijne gesteldheid begon van dag tot dag te verergeren en klom tot die hoogte, dat de geneesheer mij tusschen deze twee uitersten de keus liet: of van naar Europa terug te keeren, of binnen korten tijd te Paramaribo begraven te worden. Met het geweten te rade gaande, kon de keus niet lang onbeslist zijn, te meer, daar het den geneesheer meer dan waarschijnlijk voorkwam, dat ik, aan mijnen geboortegrond teruggegeven, herstellen zou. Hoe ongaarne dan, hoe zeer ook in mijn voornemen te leur gesteld, moest ik evenwel besluiten om naar Europa terug te keeren. Verder lezen…

 

 

Reacties zijn gesloten.