Waarom uitgerekend in Coronie – en niet elders in Suriname – zoveel kokospalmen? J.L. Stuger weet het!
Elke volwassen Coroniaan heeft zich ten minste 1 keer in zijn leven afgevraagd: waarom staan er uitgerekend in Coronie – en niet elders in Suriname – zoveel kokosbomen bij elkaar? Het antwoord is te vinden in een heel belangrijk boek over Coronie’s verleden, geschreven in het jaar 1900 door iemand die bij zijn leven Coronie een heel warm hart toedroeg en zijn boek in 1902 zelfs heeft aangeboden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal in Nederland: de heer J.L Stuger. De titel van het boek is: “Voorheen en thans: over Coronie’s verleden en toekomst 1808- 1900, eene geschikte handleiding om den tegenwoordigen toestand van het district Coronie uit het ware oogpunt te beschouwen”,
Het boek is uitgegeven in 1900 in Paramaribo door H.B. Heyde (189 pagina’s). A propos, Coronie werd gesticht in 1808. Van deze uitgave zijn er – voor zover mij bekend – nog slechts enkele exemplaren in omloop. De Universiteitbibliotheek Leiden heeft er twee. Daarnaast beschikt het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT), Amsterdam over één. Het exemplaar van het KIT mag, na een afspraak worden ingezien, maar het maken van fotokopieën of het boek meenemen naar huis is niet toegestaan! Deze uitgave, van J.L. Stuger, is van groter belang voor de geschiedenis van Coronie dan het recent verschenen boek van Van der Veen ea getiteld “Dromers, doemdenkers en doorzetters”. Dit in oktober 2010 met veel tamtam gelanceerde boek verwijst in de bijbehorende literatuurlijst ook naar Stuger’s boek, maar de informatie die men uit Stuger’s boek had moeten overnemen in het belang van Coronie, heeft men niet overgenomen.
Een redacteur van het Koloniaal Nieuws- en advertentieblad Suriname (23 augustus 1921, 73ste jaargang, nr 67), de heer Mac May tekende in 1921 uit datzelfde boek van Stuger de volgende reden op voor de massale aanplant van kokosbomen in Coronie:……………De aanplant was oorspronkelyk niet bedoeld om een handelsproduct voort te brengen, maar als voorzorg tegen vroeger geleden gebrek aan goed drinkwater in de droge tijd.
Dankzij deze vroege informatie weten wij nu dus vrijwel zeker dat rondom 1808 de kokosbomen in de eerste plaats werden geplant om te voorkomen dat Coronianen bij grote droogte van de dorst zouden omkomen. In 1926 was het gebrek aan drinkwater zelfs zo nijpend, dat drinkwater per boot vanuit Paramaribo moest worden aangevoerd (zie brief nr 19. in rubriek de Coroniaan, elders op de site). Ik vraag mij dan ook af waarom zo’n belangrijk boek als van Stuger niet opnieuw wordt uitgegeven, zodat iedereen er vrijelijk over kan beschikken. De oorzaak zal o.a. wel zijn gelegen in de antiquarische waarde van dat boek, want onlangs, tussen 24-27 mei 2011, is door “Bubb Kuyper Veilingen Boeken Manuscripten BV”, te Haarlem, een exemplaar van dit boek geveild als curiosum voor €130. Het KIT (Tropeninstituut) zou meer voor Suriname, en vooral voor Coronie hebben gedaan wanneer het i.p.v. het uitgeven van het boek “Dromers enz”, zich had beijverd voor een heruitgave van Stuger’s boek.
Het boek Dromers enz. citeert uitspraken die weinig vleiend zijn voor Coronie en Coronianen en bovenal op ongenuanceerde wijze. Over het belang van dit boek voor Coronie en de Coronianen leest u volgend week in de column: de misleiding van Coronie deel II. Ik zal daarbij laten zien wat de werkelijke reden is van de uitgave van dit boek en wat er waar is van daarin opgenomen ongenuanceerde citaten.
Wordt vervolgd klik hier voor: deel 2 deel 3 deel 4
Herwin Hooplot (27-07-2011)