Ik heb nog nooit eerder meegemaakt dat een boek dat gaat over klein Coronie zo uitgebreid is gepromoot in Suriname en Europa, zoals dat het geval is met de Verleiding van Coronie: “Dromers, doemdenkers en doorzetters”. Voor gemiddeld 25 euro is het overal te koop; zelfs bij elke grote internetboekhandel (Bol. Com, AKO, BRUNA enz). Het is ook te huur in bibliotheken in Nederland. Ik huurde het exemplaar dat ik voor me heb liggen in de Centrale bibliotheek van Rotterdam. In Coronie werd vorig jaar op het erf van mijn Fröbelschoolvriendinnetje Marlène Wijntuin een aantal exemplaren van dit boek verloot als publiciteitsstunt. In Paramaribo werd een expo met boekpresentatie georganiseerd in het Fort Zeelandia. Ik heb die expo, die meer leek op een expo voor architecten, ook zelf bezocht. Scholieren werden toen gratis vanuit Coronie naar Paramaribo vervoerd om de expo te bezoeken. Voor hen een leuk dagje uit, maar in educatief opzicht pure onzin: naar Paramaribo komen om overwegend foto’s te bekijken van mensen en huizen uit Coronie! Hier zit iets surrealistisch in. Om hierin een stapje verder te gaan had men de kinderen ook gekoelde jonge kokosnoten kunnen aanbieden als “uniek” verfrissinkje tegen de hitte in Paramaribo. De leerlingen en begeleidende leerkrachten uit Coronie begrepen (om begrijpelijke redenen) wellicht helaas niet dat ze onderdeel waren van een publiciteitsstunt.
In Nederland werden Surinaamse kunstenaars opgetrommeld om in de chique “Haagse Kunstkring” in Den Haag, op 12 februari 2011, de presentatie en promotie van het boek met bijbehorende expo luister bij te zetten. De expo in Den Haag die er heel anders uitzag dan de armetierige in Suriname van vorig jaar november, liep door t/m 1 maart 2011. Wie niet inziet dat het belang van dit boek zich verder uitstrekt dan alleen die mooie plaatjes en praatjes van Coronianen daarin, evenals die vermeende pathologische verliefdheid op Coronie, moet dan ook zeer prettig gestoord of naïef zijn. Het accent in dit boek ligt niet zo zeer op al die kinderverhaaltjes, getekende bruine bonenblikjes van Jonker Fris, en de mensen die wat te vertellen hebben, maar op de bouwkunst uit Coronie vanuit het perspectief van een architect. De rest is overwegend omlijsting (S.O.B). De technische bouwtekeningen spreken in dit opzicht boekdelen. Een boek als dit zult u eerder aantreffen in de bibliotheek van een architectenbureau of op de afdeling kunstgeschiedenis van een openbare bibliotheek dan in de boekenkast van een doorsnee boekenlezer. En omdat er onder architecten en kunstenaars in Europa wel een markt is voor dergelijke literatuur, is de marketing zo groots opgezet. De geest die het boek ademt is: “Coronie klein maar prettig pittoresk, en zo moet het blijven best”, een dorpsgezicht van wereldallure, bekeken vanuit de ivoren toren van de schrijvers. Een plek waar de tijd stil moet blijven staan ter vervulling van de geestelijke/kunstzinnige behoeften van anderen die dol zijn op pittoreske dorpjes. Er wordt in het boek zelfs voorgesteld een bebouwd gedeelte van Coronie te bestemmen tot beschermd dorpsgezicht op grond van de Surinaamse monumentenregelgeving. Maar er wordt niets vermeld over de kosten en wie die moeten dragen. Evenmin stelt men zichzelf de vraag wat de bevolking er zelf van zou vinden dat haar woonomgeving permanent een Catfish Row –achtig aanblik (a la Porgy & Bess, 1959) zou moeten krijgen/behouden. De mensen willen dit niet. Ze willen ontwikkeling en investeringen. De waarde die de monumentenregelgeving in werkelijkheid voor Coronie zou kunnen hebben is het verbieden van het afgraven van de schelpritsen, tenzij het archeologische afgravingen betreft tot maximaal 2 meter diepte (daarna weer dichtgooien), evenals een verbod op houtkap, zoals geldt voor het gebied Bronsberg, in Suriname. Als je dit boek hebt doorbladerd en daarna gelezen, kom je tot de conclusie dat niet de reclamecampagne voor het boek de naam: De “verleiding” van Coronie verdient, maar het boek zelf. Je mag tenslotte het ding niet noemen de misleiding van Coronie en de Coronianen, tenzij je een proces aan je broek wilt hebben. Op het forum van De Ware Tijd had iemand het overigens over “de exploitatie van Coronie”, als alternatieve titel van het boek. En als klap op de vuurpijl (die deze alternatieve titel zou kunnen rechtvaardigen) zag ik vandaag op het internet 5 door een van de schrijvers van het boek (Van de Veen) nagetekende bijzondere huizen uit Coronie, die nu als schilderkunst te koop zijn aangeboden via Readytex Arts. Achter alle 5 schilderijen staat inmiddels: sold! (verkocht!). De aangeboden stukken lagen in de prijsklasse 250-500 US Dollars. Welke zijn de volgende vijf?
Het is maar te hopen dat de verantwoordelijken zich er ook toe laten verleiden een deel van de opbrengst van het boek – op grond van hun pathologische verliefdheid op het district – te steken in de jeugd van Coronie. En hopelijk laat ook het KIT zich in deze roes verleiden tot het opnieuw uitbrengen van het eerder besproken boek van J.L. Stuger uit 1900, c.q. bevorderen dat dit gebeurt.
Herwin Hooplot