Beste Harold,
Ai baya! Jouw maidenspeech op 1 juli 2012, waarvan ik een stukje hoorde en zag op Apintie-tv bezorgde mij – eerlijk waar – licht betraande ogen van vreugde en hoop. Ik hoop niet dat deze ogen door jouw beleid in de toekomst zullen veranderen in zwaar betraande ogen van verdriet, anders geef ik het echt op! Vooral jouw nadruk op samenwerking onder Coronianen maakte grote indruk op mij, want de geschiedenis van Coronie heeft aangetoond, dat het grootste struikelblok om Coronie tot ontwikkeling te brengen is: gebrek aan samenwerking onder Coronianen! Volgens brief # 9 in de rubriek de Coroniaan op deze site werd reeds in 1922 dit gebrek aan samenwerking onder Coronianen erkend en omschreven als: de wondeplek van Coronianen. Sindsdien is dus nog steeds niets veranderd.
Je zult dus duivelskunstenaar of gewoon kundig bestuurder moeten zijn om die onontbeerlijke samenwerking van de grond te krijgen. In ieder geval straalde je tijdens jouw maidenspeech daadkracht en goede wil uit. Dat was dus mooi en is hoopgevend voor de toekomst! Heel veel succes toegewenst! Ergo, gefeliciteerd met jouw benoeming tot DC van Coronie. Dat ik jou tutoyeer is geen gebrek aan respect voor het ambt van dc. Jouw voorganger heb ik ook getutoyeerd vanuit het enthousiasme dat licht gloorde aan de horizon. Dat euforische gevoel heb ik opnieuw, maar dat zal ik me geen derde keer kunnen permitteren!
Toen de naam Sijlbing als toekomstige dc van Coronie viel, vroeg ik aan Google: wie is die man nou eigenlijk? Toen kreeg ik bijgaande foto van jou voorgeschoteld.
Ik dacht meteen: aha, een man met een Bourgondische kijk op het leven: lekker en veel eten, lekker drankje erbij. In dat opzicht verschillen we dus niet van elkaar.
Nu we het over lekker eten hebben, wil ik het hebben over jouw plannen met Coronie. Ik stel voor dat je van Coronie een lekkere viadu maakt. Je werd nu eenmaal aanbevolen door, godbetert, minister Betterson en de grote Manitou van Suriname, D.D. Bouterse.
Iedereen die een viadu gaat bakken, weet dat eerste vereiste is dat je op de bodem van het koekenblik een mooie infrastructuur aanbrengt in de vorm van een mooie baklaag. Mijn tant’Koosje Hooplot-Rozenblad zaliger die woonde in de Gouverneurstraat, maakte in de zestiger jaren “de in heel Coronie wereldberoemde” lekkerste viadu’s. Ik keek als kleine jongen vaak toe hoe ze viadu’s gereedmaakte om in haar houtskooloven te stoppen, omdat ik dan de restjes van het beslag mocht verorberen, wat mij een structureel gezwollen gistend buikje bezorgde. Een viadu staat of valt met een goede infrastructuur in het koekenblik. Isniewaar!? Pas als de infrastructuur in haar koekenblik goed was aangebracht, begon tant’Koosje aan de koekenblikkundige inrichting. Met haar oude srénge-bére mes sneed ze gedoceerd en in verschillende maten stukjes uit opgerolde repen beslag die ze vooraf had gevuld met rozijnen en kaneel.
En dan begon mijn tant’Koosje geduldig aan de deskundige inrichting van haar koekenblik tot de bouwhoogte genoeg was en alle stukjes goed op elkaar afgestemd waren. De bedoeling was, dat alle stukjes uit de repen tijdens het bakken samensmolten tot één grote lekkere viadu, die we maar Coronie zullen noemen. Soms vroeg tant’Koosje mij nog net voordat ze het koekenblik in de oven stopte: mi p’pa ’t ziet er toch mooi uit? Ik zei dan gretig “ja tante”, maar ik dacht alleen aan de restjes die ik zou missen als ze nog verder zou gaan met de opbouw. Daarna stopte tant’Koosje het vakkundig ingerichte koekenblik in haar houtskooloven. Ook de hitte in de oven koos ze zorgvuldig uit, door haar hand even in de oven te steken om de hitte aan te voelen. Pas als de hitte – naar haar gevoel – ideaal was ging de viadu in de oven. Daarna wist tant’Koosje dat ze kon gaan liggen omdat tegen de tijd dat de houtskool was uitgebrand de viadu ook klaar was om te rampaneren. Ze had vooraf zelf alle voorwaarden hiervoor geschapen.
Wat ik hiermee wil zeggen is, dat als je Coronie behandelt net zoals mijn tant’Koosje haar viadu’s het wel goed komt. Eerst zal je naast het opleggen van samenwerking ook de infrastructuur moeten aanpakken anders gaat het faliekant mis. Dit betekent dat je al die geasfalteerde straten in Coronie moet vergeten en de lozingen in het gehele district van Ingikondre tot Burnside als eerste moet aanpakken, zodat ze weer allemaal onderling communicerende vaten worden. Ook het opleiden van sluiswachters is noodzakelijk. Stuur een paar jonge Coronianen in de leer bij de oude meesters als de heren Cornet en Maarbach, die hier best wat aan mogen verdienen. Ga eens een zondagmiddagje met deze oude mannen keuvelen. Ze kunnen je meer leren over Coronie dan al die jongetjes die het oude Coronie kennen van horen zeggen.
All over bedoel ik dat indien je werkelijk een aanvang wilt maken met de ontwikkeling van Coronie het noodzakelijk is dat je back to basic gaat en onder meer het zogenaamde 4-voetsysteem (fo –voetoe) in ere herstelt. Dit betekent mede de verplichting dat grondeigenaren de lozingen op hun achtererven tot minstens 4 voet (120 cm), moeten uitdiepen.
Het verleden heeft volgens J.L. Stuger Ezn. aangetoond dat de lozingen op orde waren toen de lozingen van 23 plantages in Coronie door 23 plantage-eigenaren werden onderhouden vanuit het welbegrepen eigen belang. Nadat al die plantages waren versnipperd in kleine percelen nam de verwaarlozing volgens Stuger een aanvang. Als de overheid de lozingen in Coronie weer op orde wil zal men het onderhoud daarvan niet mogen overlaten aan particuliere eigenaren van stukjes grond. Beste man, laat het onderzoeken, want er is niet meer toegepaste maar toch geldende oude regelgeving die Coronianen verplicht hun lozingen te onderhouden.
Als de overheid nu deze verplichting doet herleven en daarbij de mogelijkheid biedt de burgers hierin tegemoet te komen door zeven-evenen de job te laten klaren, kom je als overheid een heel eind vooruit. Dit is een heel andere verplichting dan het moeten tolereren van een illegale dijk op mijn eigendomsperceel. Het onderhoud van de lozingen is zuiver een Coroniaans belang, daarom zou men particuliere eigenaren, eventueel met geactualiseerde regelgeving, moeten verplichten ten minste te tolereren dat op hun gronden kanalen, kreken en andere waterlopen worden uitgediept en verbreed in het algemeen Coroniaans belang.
Het zou niemand kwaad doen de slapende regelgeving wederom toe te passen. Zo nodig door aanvullende nieuwe regelgeving te maken, die dit allemaal mogelijk maakt, want de geschiedenis van Coronie laat volgens J.L Stuger zien dat de ontwikkeling van Coronie niet eerder van de grond kan komen, dan pas nadat lozingen op orde zijn gebracht.
Nogmaals; als je dus de Coronianen een lekkere viadu wilt voorschotelen zul je eerst de infrastructuur moeten aanpakken of anders gezegd de lozingen in ere moeten herstellen, want dit is naast het gebrek aan samenwerking het grootste, maar toch eenvoudigst op te lossen, probleem in de gehele historie van Coronie. Los je dit probleem structureel op, dan kun je op basis van jouw eigen deskundige inzichten gedoceerd het koekenblik Coronie inrichten om een lekkere viadu voor die Coronianen te bakken; eet smakelijk!
Herwin Hooplot