Allodialen en naderingsrecht in Coronie

Allodialen en naderingsrecht in Coronie

“De oudere Coroniaan heeft zo veel geleden onder het juk van de zee, dat hij, moe gebeukt door de zee, het thans ongepast en zelfs ondankbaar vindt, te protesteren als de overheid zonder zijn toestemming op zijn grond een dijk neerzet. Hij zegt: “ik ben al lang blij dat de overheid ons een dijk geeft”. En van deze naïviteit maakt de overheid misbruik. Maar de Coroniedijk is er voor iedere Surinamer, van Nieuw Nickerie tot Albina, en dus niet alleen ter bescherming van het huis van Tant’Fransje van Tweede Blok van Totness. Dus moet elke Surinamer een bijdrage doen; en niet alleen Coronianen.”

Het naderingsrecht bij “allodiaal eigendom en erfelijk bezit” is geen vrijbrief om als een gangster een onroerende zaak terug te brengen in de schoot van de oorspronkelijke eigenaar: bijvoorbeeld de Staat Suriname. De burger heeft ook rechten. Dan mag de overheid uiteraard niet als een blind paard te werk gaan en bijvoorbeeld een dijk neerkwakken die dwars  door anderman ‘s  percelen loopt. Dit gebeurt momenteel in Coronie wel. Dit heeft de overheid de Commewijners niet kunnen flikken, maar de Coronianen wel! De Surinaamse overheid rechtvaardigt dit, door te wijzen op het boedelprobleem in Coronie. De goedkope smoes van de overheid hiervoor is, dat zij – als gevolg van het boedelprobleem – niet weet wie de rechthebbenden zijn van de percelen en daarom dus ook niet weet met wie zij moet praten/onderhandelen. Door dit toe te geven wordt impliciet erkend dat wat nu gebeurt volstrekt illegaal is. Mijn oma Franci zaliger zou zeggen: kreb’ ede yep’ sesee (ofwel smoesjes voor de slemper).

Dat niet alle eigenaren van de betrokken percelen bekend zijn kan waar zijn, maar van een aantal percelen zullen de eigenaren best wel bekend zijn. Desondanks zijn die niet benaderd. Maar bovenal is de onbekendheid met de eigenaren nog geen vrijbrief  voor de overheid om te doen en laten wat zij wil. Trouwens, het is de wereld op zijn kop. Allereerst de feiten:

  1. president Bouterse heeft gezegd gedurende zijn ambtstermijn het boedelprobleem te willen oplossen. Welnu, dit geval biedt uitstekende perspectieven hiervoor.  Niet de huidige regering is verantwoordelijk voor deze gangsterpraktijk van grondroof, maar zij bestendigt dit wel, door alles bij het oude te laten;
  2. in Coronie  doet het gunstige geval zich voor, dat de overheid voor de dijk een lange strook grond nodig heeft, die loopt van Burnside tot Ingikondré: geld is gemakkelijker deelbaar dan boedelgrond ( financiële compensatie, kan dus);
  3. deze “dijk- in-aanbouw” doorklieft percelen van de bewoners/eigenaren/gebruikers, zonder overleg of waarschuwing vooraf en vooral zonder financiële compensatie;
  4. er zou sprake zijn van “allodiaal eigendom en erfelijk bezit” en van toepassing naderingsrecht, maar naderingsrecht kent ook regels, en die zijn hier niet toegepast;
  5. naar mijn weten – en dat van allen die het zouden moeten weten – is waar de overheid nu mee bezig is in Coronie gewoon foute boel, volslagen illegaal;
  6. het gebied vormt het achterland van een groot aantal percelen van bewoners van Coronie;
  7. de vestiging van de dijk biedt een uitstekende en unieke mogelijkheid het boedelprobleem voor deze gronden finaal op te lossen, maar omdat het geld kost, begint de overheid hier niet aan, men wil naar verluidt geen slapende honden wakker maken, anders gezegd: men wil misbruik maken van de onwetendheid van de Coronianen, middels foute toepassing van een bovendien achterhaald koloniaal rechtstelsel;
  8. Bereidheid tot samenwerking onder Coronianen, wiens gronden (boedel of niet) door de dijk worden doorsneden en degenen wiens eigendomsrechten elders in Coronie worden geschonden, kan leiden tot de vorming van een politieke machtsfactor van betekenis, bestaande uit belanghebbenden bij de gronden die door de dijk worden doorsneden (en andere gronden die zijn geroofd door de overheid).

 De redelijkheid en billijkheid

Laten we gemakshalve aannemen dat de Staat Suriname m.b.t. de gronden in Coronie gebruik maakte van het naderingsrecht, door (brutaalweg) op percelen van de Coronianen gewoon een dijk neer te kwakken, zonder financiële compensatie hiervoor te bieden. Dan geschiedt dit niet volgens de regels die horen bij het naderingsrecht en evenmin die passen bij een beschaafde samenleving en de daarbij geldende regels tussen burgers en overheid.

“Redelijkheid en billijkheid” is een principe van beschaafde omgangsvormen tussen burgers/partijen onderling. De redelijkheid en billijkheid stelt in de relatie tussen overheid en burger zelfs veel hogere eisen aan de overheid dan aan de burger. De “redelijkheid en billijkheid” vergt dus meer tegemoetkomendheid van de overheid t.o.v. de burger dan normaal geldt tussen burgers onderling, juist omdat overheid en burger geen gelijkwaardige partijen zijn: de overheid heeft immers meer macht dan de burger (allerlei wetten die ze kan toepassen om haar wil op te leggen aan de burger als het niet lukt met het burgerlijk wetboek).

Ironisch genoeg staat de Surinaamse overheid op het punt alle zeven Nederlandse wetboeken Burgerlijk Recht, met hypermoderne wetgeving, bijna ongewijzigd, neer te kwakken in de Surinaamse maatschappij. Deze wetboeken kennen geen allodiaal eigendom en erfelijk bezit, maar gewoon een volwaardig eigendomsrecht dat heilig is voor een ieder, ook voor de overheid. De in zogenaamd allodiaal eigendom en erfelijk bezit verkregen percelen dienen daarom – hierop anticiperend – als vol eigendom behandeld te worden. Dit betekent dat de overheid niet anders dan krachtens een wettelijke regeling het eigendomsrecht van de belanghebbenden mag beperken. Het is gewoon in strijd met het recht wat nu gebeurt, en is tevens onzorgvuldig handelen en willekeur waar de overheid zich thans schuldig aan maakt. Daarbij wordt geanticipeerd op de juridische achterlijkheid van de gemiddelde burger, vooral in Coronie. De teneur is dat de Coronianen toch alles over zich heen laten komen. Dezelfde overheid die het koloniale recht van de voormalige kolonisator verafschuwt, maakt daar nu zelf handig en gretig gebruik van, omdat het haar goed uitkomt: de wereld op zijn kop!

Een dezer dagen wordt in Coronie gestart met hoorzittingen met het oog op het vaststellen van een district plan. Ik hoop dat de burgers van Coronie op die hoorzittingen met keiharde eisen zullen komen, die dit onderwerp (financiële compensatie voor dijkgronden en andere gestolen gronden in het achterland, evenals opheffing boedelgemeenschappen) voor de toekomst zullen regelen.

 Boedelprobleem

Een flauw excuus van de overheid is, dat zij niet weet wie de rechthebbenden van de bij de dijk betrokken percelen zijn, omdat het veelal gaat om boedelpercelen. Maar het is toch juist om deze reden, dat de overheid ervan had moeten afzien een dijk te planten op andermans perceel. Dit kan naderhand immers een onrechtmatige overheidsdaad blijken te zijn, met alle financiële gevolgen van dien voor de overheid. De huidige regering treft blaam indien zij niet corrigerend optreedt, te meer omdat – zoals ik al aangaf – president Bouterse zelf heeft aangegeven het boedelprobleem te willen oplossen. Dan biedt deze problematiek uiteraard een niet te missen kans dit te doen voor wat betreft de percelen die deel uitmaken van de “dijk in aanbouw”.

Boedelscheiding

Wanneer de overheid het pad van een rechtvaardige overheid zou bewandelen, zou dit betekenen dat schadevergoeding moet worden uitbetaald aan rechthebbenden van de dijkgronden. Het gevolg is dan, dat iedereen die meent recht te hebben op een perceel waarop de dijk wordt gebouwd, gretig zijn/haar rechten te gelde zal willen maken. Als rechthebbenden behoorlijk daartoe worden opgeroepen, zullen zij zich zeker melden. Dan kan een onderzoek naar hun rechten starten (o.a. aan de hand van familie stambomen. Dit biedt de overheid een uitstekende mogelijkheid om voor goed vast te stellen wie erfgenamen/rechthebbenden zijn van de boedelpercelen waarover de dijk loopt, en deze mensen behoorlijk financieel te compenseren.

Men zou ook een speciale wet kunnen maken voor al die gronden die betrokken zijn bij de dijkbouw en daarin objectieve toewijzingsregels kunnen opnemen voor gevallen waarin de boedelknoop zo verwarrend is, dat het niet valt te ontwarren. Ik denk dan aan een geval waarin een gezin al 2 generaties op een boedelperceel woont. Dan lijkt het goed bij wet te regelen dat zonder verdere rimram dat gezin het perceel krijgt. Hoe dat precies moet, is iets voor deskundigen, maar dat nu eens eindelijk knopen zullen moeten worden doorgehakt die door sommige familieleden als onrechtvaardig zullen worden ervaren staat vast, maar om het boedelprobleem finaal op te lossen zal dat gewoon moeten gebeuren, zolang de toewijzing maar niet geschiedt aan wildvreemden buiten de familie. Als de bereidheid werkelijk aanwezig is het boedelprobleem op te lossen binnen deze regeringsperiode, moet dat kunnen.

Belangenvereniging

 De Coronianen die belang hebben bij gronden die grenzen aan en/of deel uitmaken van de dijk zijn talrijk vanwege de lengte van de dijk. Wanneer al deze mensen/bewoners een belangenvereniging zouden oprichten: bijvoorbeeld “Verenging van Belanghebbenden van Gronden gelegen aan de Dijk Coronie, zou hieruit een machtige buitenparlementaire pressiegroep van Coronianen kunnen ontstaan, waar politieke partijen niet omheen zouden kunnen. Bedenk daarbij hoeveel stemgerechtigde Coronianen deel uit zouden maken van zo’n belangenvereniging. Het aantal zou zeker goed zijn voor beide parlementzetels van Coronie. De vereniging zou om te beginnen een advocaat in de arm kunnen nemen en hem/haar kunnen opdragen een actie uit onrechtmatige daad tegen de overheid te starten, bestaande in schending van het eigendomsrecht van de belanghebbenden, want de gang van zaken rond de vestiging van de dijk is evident illegaal. Het is overigens ook zo dat het ontstaan van een dergelijke vereniging door de politiek fel zal worden bestreden, om aldus te voorkomen dat Coronianen hun lot in eigen hand nemen, waardoor de verdeel-en- heerspolitiek geen kans meer heeft in Coronie.

Let op, dat ik wel degelijk het belang van een dijk inzie, maar dat ik daarnaast ook inzie dat de overheid misbruik maakt van de mensen en hen niet geeft waar ze recht op hebben.

 

Herwin Hooplot

Bladwijzer de permalink.

Reacties zijn gesloten.