Gemopper2

Koloniaal Nieuws- en Advertentieblad Suriname, Anno 1929. No 11. 81ste jaargang Dinsdag 5 februari 1929

 

Feest, als Coronie van den aardbodem verdween!

Coronie 29 januari 1929.

Nog steeds een gemopper over de toepassing van de rij- en voertuigenbelasting voor ons district. Hoe meer men die zaak bekijkt, hoe onrechtvaardiger men die toepassing gaat zien, en ‘t zet zelfs bij de tamste Coroniaan kwaad bloed en niet zoo zeer om het bedrag, want dat is wel te betalen, maar omdat men er zoo uit voelt, dat we hier in de districten (want ’t is niet Coronie alleen) zoo wat geheel rechteloos zijn en men in de stad eenvoudig met onze belangen geen rekening houdt.

Ik zal me niet aan voorspellingen wagen, maar de teekenen zijn er reeds, dat deze maatregel de kern legt om van onze meegaande en vredelievende bevolking er een te maken van oppositie, en waarmede men op den duur last gaat krijgen, daar ieder jaar bij het betalen dier belasting de grieven opnieuw herleven. Natuurlijk wordt nu ook weer alles opgehaald wat in de laatste jaren met Coronie is geschied, en vooral wat ons bestuur betreft en dat gooit ook een beetje olie in ‘t vuur. Maar met dit al wordt men nu toch zoo wijs om te gaan inzien, dat men zichzelven een beetje meer moet gaan gevoelen en zich niet langer als onmondige kinderen moet laten behandelen. We zullen er wel meer van hooren, en ‘t voor heden hierbij laten.

We zitten hierbij merkbaar in de winter. Dag aan dag hevige winden en koud! koud!  Zoo hevig als men in Coronie nog niet heeft bijgewoond. Van kokosolie is geen sprake, alles is nu kokosvet, daarbij alle dagen even droog en al in ‘n paar weken geen regen gehad. Men meent dat die abnormale weersgesteldheid ook de oorzaak is, dat de kokospalmen zoo ongeregeld of in t geheel niet bloeien, wat voor ‘t volgende jaar een slechte oogst voorspelt. Die droge periode, welke we nu in Coronie doormaken en daar in de rijstplanterij ook niets te doen is, moest nu eens benut worden om de wegen wat te verbeteren. Dat zou nu uitstekend kunnen gebeuren. Maar men doet ’t niet en ‘t Bestuur schijnt alleen activiteit te kunnen ontwikkelen, als het alle dagen regent om tot wegenverbetering aan te sporen. En dan geeft het niets, want dan is er geen mogelijkheid voor.

Het schijnt regel te worden om ons de mail Zondags op het dak te zenden. Erg pleizierig om de gansche Zondag in de weer te zijn om brieven, pakjes, kistjes enz. machtig te worden. We weten op geen uren na wanneer de mail aan de wal zal komen, en dan wordt alles aan de waterkant gelost en mag men een weg van ruim een uur gaans loopen om zijn zaakjes te pakken te krijgen.  Prettige Zondag.  En nu komt er nog bij, dat we ook niet meer weten wanneer de mail teruggaat, hoe laat de post sluit en de passagiers zullen vertrekken, zelfs niet op welken dag. Dat zal later wel bekend gemaakt worden uit Nickerie. Zoo zitten we hier reeds Maandag gepakt en gezakt om weg te gaan en krijgen te hooren, dat we eerst  Dinsdagavond vertrekken zullen, of we maken ons klaar om Dinsdag te vertrekken om dan plotseling te hooren we gaan Maandagavond of Dinsdagmorgen vroeg reeds. Men zegt, dat dit alles zoo gaat om en passant een vrachtje suiker van Nickerie naar Demerara te kunnen vervoeren en daar is van Zondags werken geen sprake, ‘t Is haast niet te gelooven. Maar met dat al worden ook hier de belangen van Coronie heelemaal niet in acht genomen.

Trouwens we weten van ouds, dat men aan de Vaartuigen feest zou vieren als Coronie van den aardbodem verdween, dat kan men zelfs uit den mond van gezagvoerders hooren – maar dat zijn we helemaal niet van plan, we willen, ten spijt van alle miskenning en pesterij kalmpjes blijven en kan het niet kalm dan maar met een beetje herrie, maar blijven doen we, dat verzekert Coroniaan.

Coroniaan.

Bladwijzer de permalink.

Reacties zijn gesloten.