La Crème de la Crème de Coronie

Hieronder een foto uit 1955, met een groepje “rijpe” (lepi) dames uit Totness, Coronie, die van wanten wisten. Ze zijn, gezien hun kleding, op weg naar een ontwaai-ceremonie (aflegging) of naar een begrafenis-ceremonie. Ik heb met hulp van ouderen, van allen de namen kunnen achterhalen. Wellicht levert dit ook interessante informatie op voor startende genealogen onder u.  Dames Coronie

1. Louise Blijd (zie toelichting bij detailfoto hieronder). 

2. Anna Kempes, de moeder van Lies (Alice?) Kempes. Anna was ook (half?)zus van de vrouw uiterst rechts Lina Bisschop. Lina was de moede van tant’ Caro Bisschop en de overgrootmoeder van ex-voetballer Edgar Davids, die niet eraan herinnerd wenst te worden dat hij daar in Coronie achterop de kaw wagie van zijn oom Clodowaldo zat, als kleine Edje van tant’Caro en mee moest helpen op bakadang.

3. Floor Banwarie of Bunwaree (Tant’Froortjie) was ook half Hindoestaans en moeder van Alice Banwarie of Bunwaree.

4. Josephine (Néné) Nibte (geboren Wielzen) was de moeder van mevr. Jana Nibte en dhr. Alphons Nibte.

5  Cornelia Braaf (algemeen bekend als Oma Naas), zie detailfoto’s.

6. Helena Wielzen woonde  op Bakapassie. Haar broer heette Wiliam Wielzen. Deze William ging volgens een familiebericht uit een oude krant in het huwelijk getreden met Johanna Catharina Blanck op 15 juni 1906. Volgens dezelfde krant was Helena Wielzen weduwe van Marinus J. Macfall en ging ze op 22 maart 1929 in ondertrouw met Alphons. J. Felter.

7. Antoinette van de Spijt (zie detailfoto hieronder voor meer info). 8. Lina Bisschop, zie bij punt 2.

Hieronder detailfoto’s van enkele van de hiervoor genoemde dames (KLIK OP FOTO’S VOOR VERGROTEN).

koelie-louise1-249x300Hiernaast Louisa Blijd Deze grande dame uit de Coroniaanse gemeenschap was meer bekend als Koelie Louisa. Ze werd zo genoemd omdat ze half-Hindoestaans was. In haar tijd was ze betrokken bij leven en dood. Ze bood namelijk naast ontwaaihulp ook traditionele hulp bij bevallingen (zwangere vrouw is over tijd, a baby lesi, a no wani gebore, kandé wan fiofiowatra of pur mofo, enz enz). Ze was zeer gewaardeerd en ook nuttig voor de Coroniaanse gemeenschap uit haar tijd (zeg maar, de eerste helft van de 20ste Eeuw). Zij zou de moeder zijn geweest van ene Baltus Blijd. Alle oudere Coronianen hebben wel eens van Koelie Louisa gehoord of hebben haar zelfs persoonlijk gekend of ervaren.

oma-Naas-detailfoto-bewerkt-1-300x291Op de voorgrond: Antoinette van der Spijt, algemeen bekend als Titta (waarschijnlijk afkorting voor Antoinette). Ze woonde op Totness schuins t.o. de familie Lieveld. Ze had een dochter Grace. Grace was sterk als een vent, gedroeg zich dan ook als een vent, althans in bijna alle opzichten. Titta had ook een zoon met een Chinese winkelier, die bij remigratie zijn zoon meenam naar China. Die zoon keerde daarna – naar verluidt – nog 1 keer terug uit China om zijn moeder te bezoeken. De kans is dus groot dat deze mevrouw nakomelingen heeft in China. Titta was een vroom persoon, die ook boze geesten kon uitdrijven (bakru’s en soortgenoten hadden geen kind aan haar). Titta zag ik in mijn jeugd als misdienaartje elke ochtend in de RK  kerk van Mary’s Hope. Ze ging (volgens ouderen) in haar jonge jaren elke ochtend brood venten en legde hiervoor grote  afstanden af (van Totness tot Welgelegen). Weer zo’n sterke vrouw uit Coronie.

Op de achtergrond met toffe blik: yours truly herself, Cornelia Braaf (algemeen bekend als Oma Naas). Ze was ook de tante van Feddi Bandula uit dat gelijknamige verhaal (zie ook vervolg Feddi Bandula deel 2. Ze was de enige persoon die Feddi Bandula (ala di Feddi ben de bigi-bigi manga kaba) een afrossing met de zweep kon/mocht geven. Oma Naas woonde in een huisje op het erf van mijn oom Adriaan Slagveer aan de Commissaristraat.  Daarnaast gelegen was het erf van mijn oma en opa Francis en John Slagveer. Oma Naas was goed bevriend met mijn oma, maar ze waren geen familie van elkaar.

Oma Naas was iedereens “andere oma”. Vandaar de naam oma Naas (de oma van naast). Ze had zelf geen kinderen, maar werd door ouders tot uit de verre omgeving te hulp geroepen als een kind een bijzondere en adequate afstraffing verdiende: de billenkoek-oma dus, Eerst Hulp Bij Opvoeding (EHBO). Hiervoor gebruikte oma Naas een van haar drie roemruchte zwepen die hingen aan de muur van haar keukentje. De drie zwepen hadden de luisterrijke namen: “Bun Njan”, “Bun Wroko” en “Bun Fonfon” (uitdrukking die stamt uit het slavernijverleden). Als Oma Naas – na het aanhoren van de klacht van de klagende ouders  over het brutale kind  – de spelende kinderen op het erf  de opdracht gaf: tan! un kisi en gi mi!”, zaten vriend en vijand dat kind meteen achterna om het gevangen te nemen en uit te leveren aan oma Naas. Daarna keken deze kinderen vol genot toe hoe het slachtoffer het uitgilde onder de zweepslagen van oma Naas.

Ooit bracht een van haar slachtoffers – kennelijk op een moment van totale verstandsverbijstering als gevolg van de pijn –  haar zelfs een beet  toe aan een binnendijbeen. Zij had namelijk de gewoonte het hoofd van haar slachtoffers te klemmen tussen haar benen tijdens de afrossing.

Zo ging het nu eenmaal toe in die tijd. Zelf heb ik dat lot nooit ondergaan,  omdat toentertijd afranselen nog topsport was voor oma Naas – qua lichamelijke conditie – ik nog te jong was voor de beklaagdenbank van oma Naas en voor een 3e graadsafrossing.

Néné-Nibte-2-300x257 
Josephine (Néné) Nibte (geboren Wielzen)

Hieronder:

Foto 1: van links naar rechts Louise Blijd, Néné Nibte en Tant’Froortjie Banwarie/Bunwaree.  

Foto 2 :van l-r: oma Naas, Helena Wielzen,Titta.

Foto 3: Titta, oma Naas en Lina Bischop

oma-naastScreenShot073-215x300

 

ScreenShot186s-300x174Huisje op de achtergrond, wellicht van ptjien Jimi (James Bendanon), de kleermaker, ter hoogte van het erf van Robert Wijntuin of het kleermakerszaakje van oom Gusje Ost t.o. Kiem-Loen.

Herwin Hooplot

Reacties zijn gesloten.