Deze ware gebeurtenis die plaatsvond in 1853 in Coronie, is in 1871 aan het papier toevertrouwd door J.F. Zegelaar, die een boek schreef over de opheffing van de slavernij in 1863. De oorspronkelijke versie van dit verhaal in oud Nederlands vindt u door op hier te klikken.
Omdat er toch geen wettelijke mogelijkheid bestond om bevrijd te worden van slavernij, ondernamen vele slaven vluchtpogingen, en vaak met succes. Ze vluchtten diep het bos in, alwaar ze zich aansloten bij andere weglopers, die hen ook beschermden. Deze weglopers hadden zich op verschillende plaatsen in het grote Surinaamse oerwoud gevestigd. Er waren ook weglopers (meestal uit Nickerie en Coronie en enkele stadsslaven) die vluchtpogingen ondernamen naar de naburige Engelse koloniën. De Engelsen en Fransen hadden al lang in hun West- Indische koloniën de slavernij afgeschaft, toen de slaven van Nickerie en Coronie die kant op vluchtten, om aan de slavernij te ontkomen. Hierdoor konden slaven – van waar dan ook afkomstig – in die vrije Engelse koloniën de lucht van vrijheid inademen.
Eerst waren het slaven afkomstig van verschillende plantages in Nickerie die deze vluchtroute namen. Zij vluchtten ‘s-nachts in stilte door middel van korjalen naar de kust van de Engelse kolonie Berbice, welke niet ver van Nickerie-punt gelegen is, vestigden zich aldaar of trokken per schoeners van daar naar Demerary of elders. Dit gaf aanleiding aan anderen diezelfde weg op te gaan en oefende tevens een ongunstige invloed op de slaven van Coronie uit, waaruit voor de eigenaren van plantages aldaar nadelige gevolgen ontstonden. Nickeriepunt ligt aan de monding van de Nickerierivier.
Coronie ligt in de richting van Nickerie, langs het strand. Wanneer slaven van daar met boten wilden vluchten, gingen zij tot een berekende hoogte van Nickerie-punt en bleven hier de avond afwachten om naar Berbice over te steken. Velen gelukte het langs deze weg onopgemerkt deze plaats te bereiken; doch velen vielen, op de gewaagde reis, in handen der Nickerianen en werden aan de eigenaren uitgeleverd. Dit was de reden voor slaven uit Coronie deze vluchtroute op te geven, doch zij bedachten weldra betere en doeltreffender middelen om als slaven aan Coronie voor eeuwig vaarwel te zeggen.
De stoutmoedige slaaf Philip
Volgens afspraak maakte onopgemerkt een aanzienlijk aantal slaven van verscheidene plantages op Coronie zich in zekeren nacht meester van een aldaar liggende schoener, en ongehinderd zeilden zij naar de vrije kolonie Berbice. Aan uitlevering van de vluchtelingen was niet te denken, en daardoor werden de eigenaars te meer bedacht op maatregelen tegen de herhaling van dusdanige stoutmoedigheid. Zo is men aldaar op de gedachte gekomen om op iedere schoener voor Coronie ten anker liggende een militaire wacht met geladen geweer te plaatsen.
Op zekere avond, terwijl een schoener aldaar ten anker lag met een militaire wacht aan boord, was de tijd genaderd om een plan, vooraf wel overlegd, door een aantal stoutmoedige slaven van verscheidene plantages ten uitvoer te leggen.
Philip, de vertrouweling en huisbediende van een der ingezetenen van Coronie, had het voordeel bekend te staan onder al de ingezetenen als braaf, oppassend en eerlijk, zodat hij de achting en liefde van een ieder bezat. Bij de militaire macht aldaar was hij niet minder gunstig bekend. Van deze voordelen maakte Philip gebruik en plaatste zich aan het hoofd van een groot getal slaven, en na alles in stilte geregeld, de plaats en het uur van samenkomst te hebben bepaald, begon Philip aan zijn gewone dagelijkse huiselijke bezigheden, tot dat voor zijnen meester het uur was gekomen om naar bed te gaan. Philip begeleidde als naar gewoonte zijn meester naar diens slaapvertrek, wenste hem daarna een goede nacht en verliet hem om naar het werk te gaan, dat hem ginds aan het strand van Coronie riep ter bekoming van de vrijheid. Kort daarna bevond hij zich reeds in een sloep met nog negen anderen. Deze 10 mannen roeiden naar de voor anker liggende en door militairen bewaakte schoener, terwijl de anderen aan de oever in afwachting stonden om, na het sein van het welslagen van Philips onderneming, aan boord te gaan.
Bij het naderen van de schoener werd, door de wachthebbende militairen, de opkomende sloep op tijd ontdekt. De roeiers werd om de reden van hun komst gevraagd. Het antwoord hierop vonden de militairen voldoende, waarna Philip en zijn mannen aan boord mochten komen. Philip beweerde namelijk dat hij een zending van zijn meester had meegenomen. Deze meester was zelf ook eigenaar van de schoener. Hierdoor had de kapitein van de schoener dan ook niet het allerminste vermoeden dat hij bedrogen werd. Zo kwam Philip ruimschoots aan zijn trekken om zijn onderneming te doen slagen.
Volgens de krijgslist van Philip zou hij aan boord zelf een gesprek aanknopen met de kapitein van de schoener en hem ook zelf voor zijn rekening nemen. De overige 9 mannen zouden samen met de matrozen van de schoener (ook slaven) die in het complot zaten ieder een soldaat uitkiezen en met hem een gesprek aanknopen en op bevel overmeesteren. Philip knoopte een gesprek aan met de kapitein, terwijl de andere mannen en matrozen die deel uitmaakten van het complot in gesprek gingen met de aanwezige militairen. Toen Philip er helemaal zeker van was dat iedereen op zijn post was, gaf hij het sein tot aanvallen: „all right”! De kapitein aan de mast van den schoener vastbinden, de soldaten gebonden op het dek weerloos maken, was het werk van een ogenblik.
De schoener was nu in handen van Philip gevallen. Sloepen werden naar het strand gezonden, om aan de andere tot het complot behorende personen kennis te geven van het welslagen van de onderneming en hen tevens af te halen. In overhaasting, zoals men wel begrijpen kan, begaven zij zich naar de schoener; daarna werd het anker gelicht en koers gezet naar Demerara. Terwijl de kapitein aan de mast was vastgebonden en de soldaten als varkens gekneveld op het dek lagen, bereikten zij spoedig de plaats hunner bestemming. Na hun ontscheping stelden zij zich onder de bescherming van de Engelse overheid en droegen de schoener aan haar over. De kapitein en de soldaten werden daarna van hun boeien ontdaan en zeilden naar Coronie terug, om hun bedroevend avontuur bekend te maken. Een zo verregaande stoutmoedigheid der slaven van Coronie had men niet verwacht, en sedert zijn gevallen van dien aard niet meer voorgekomen.
Noot Coronie.eu
Het mag misschien wel zo zijn dat zich hierna geen gevallen van dien aard (dus ontwapening van militairen en overname van een schoener) hebben voorgedaan, toch vonden hierna wel degelijk nog kapingen van schoeners plaats. Ik verwijs hiervoor naar het item binnen deze rubriek (Slavernij Coronie) getiteld: “Waarom kent de geschiedenis van Coronie geen marrons?”. Zelfs na de afschaffing van de slavernij vonden nog ontvluchtingen met gekaapte schoeners plaats naar Brits Guyana. Dit vond ik wel vreemd omdat immers de slavernij was afgeschaft, afgezien van de 10-jarige staatsslavernij die daarop volgde. Het antwoord vond ik onlangs in de volgende passage uit het boek:
“Afschaffing der slavernij in de Nederlandsche West-Indische Kolonien, uit Officiele Bronnen Zamengesteld door jhr. C.A. van Sypesteyn, Referendaris bij het Departement van Kolonien, overgedrukt uit het bijblad van de Economist.”
(pag. 74) Ook in 1864 was het niet noodig gebruik te maken van de bij art. 24 § A 3 der wet aan den gouverneur toegekende bevoegdheid, om gedurende de twee eerste jaren de keuze der vrijgemaakten tot het sluiten van overeenkomsten te beperken tot het district, waarin zij op den 1en Julij 1863 gevestigd waren, doch het werd raadzaam geacht, om ook in dat jaar, ten aanzien van de districten Nickerie en Coronie, de bepaling te handhaven, dat de vrijgemaakten zich niet van daar zouden mogen verwijderen, alvorens het den districts-commissarissen gebleken was, dat zij in een ander district overeenkomsten hadden gesloten.
Als je als vrijgemaakte Coronie of Nickerie niet mag verlaten zonder bewijs dat je elders in Suriname werkzaam zal zijn, ben je helemaal niet vrij. Dan vlucht je! In ieder geval mogen wij Philip een standbeeld geven naast Tata Colin, want zonder afbreuk te willen doen aan de poging van Tata Colin, was de geslaagde vlucht van Philip en companen ronduit een huzarenstuk!
Herwin Hooplot