Fedi Bandula en het jaar 1927 in Coronie – Deel 2

Koninginnedag, Kown’feryari, 31 augustus 1927

In deel 1 kwam de gespannen sfeer waarin Coronie verkeerde in 1927, ter sprake. In die tijd   viel Koninginnedag, Kown’feryari, de geboortedag van de toenmalige koningin, Wilhelmina, jaarlijks op 31 augustus. De gebeurtenissen rond Kown’feryari van 1927 waren memorabel voor Coronie, vooral voor Frederik Braaf (Fedi Bandula) en Charles Dors. Hun tegenpolen waren de politieagenten Patterson en Lie A wan, onder aansturing van de omhooggevallen districtsklerk A.H.S. Oppenheimer, die toen mocht waarnemen als districtscommissaris (dc).

Het verloop van de feestdag

Volgens de correspondent van Dagblad Suriname (9 september 1927) viel er op Koninginnedag in Coronie weinig te beleven. Opvallend was dat de politie tussendoor een jong meisje met de auto naar de dokter bracht om te laten onderzoeken of het een jongen of meisje was; een actie waarvan niemand het nut begreep.

Het hoogtepunt van de dag was een volksdans waarvoor vergunning was verleend vóór de Openbare School (niet in het gebouw, maar buiten, op schelpen en zand). De jongeren vonden dit onaangenaam en stopten al rond tien uur. Oppenheimer, die persoonlijk toezicht wilde houden, bleef uiteindelijk alleen achter. Toen hij hoorde dat de jongeren elders in een privéwoning waren gaan dansen, deed hij daar met de politie een inval. De bewoners maakten hem duidelijk dat hij in een particulier huis niets te zoeken had.

De volgende dag vroegen enkele jongens toestemming om op de openbare weg te mogen dansen, maar dit werd geweigerd. Oppenheimer en zijn politie grepen dit moment aan om de jongeren hun trom af te pakken, wat commotie veroorzaakte. Toen de jongens hun ongenoegen uitten, riep Fedi Bandula) tegen een andere jongen: “Je had die trom niet moeten afgeven!” Oppenheimer hoorde dit en keerde met zijn politie terug.

Escalatie

Bij de poging tot arrestatie raakte agent Lie A Wan gewond aan de hals. Oppenheimer, die assistentie wilde inroepen met zijn fluit, liet deze vallen. Toen hij bukte om hem op te rapen, kreeg hij een stevige klap op zijn zitvlak – volgens sommigen met een stok, volgens anderen met de sabel van agent Patterson. In ieder geval sloeg Oppenheimer op de vlucht. De jongeren grepen de gelegenheid aan om te ontsnappen. Later werd de gewonde agent Lie A Wan in het hospitaal opgenomen, waarna een achtkoppige politiemacht werd ingezet om Braaf thuis te arresteren. Hij werd in hechtenis genomen, maar ontkende schuld. Volgens Dagblad Suriname (9 september 1927) was het incident eigenlijk niet meer dan een vechtpartij, maar de diepere onvrede in de samenleving zorgde ervoor dat de zaak veel groter werd.

Tientallen jongeren stonden na het incident iedere avond met stokken gewapend bij het kanaal en bij de brug van Friendship. De politie vertoonde zich er niet, en Oppenheimer scheen zo zenuwachtig dat hij steeds twee politiebeambten bij zich had en zijn woning ‘s nachts door een dubbele politiepost werd bewaakt.

Verdacht vooronderzoek

Via een ingezonden brief in de krant (Dagblad Suriname, 14 september 1927) klaagde een Coroniaan over het vooronderzoek. Oppenheimer, zelf partij in de zaak, leidde het onderzoek, terwijl Boonacker – toenmalig dc van Nickerie en 1e waarnemend dc van Coronie – persoonlijk aanwezig was. Boonacker was dus de juiste persoon om het onderzoek te doen, maar liet dit over aan Oppenheimer. Oppenheimer keurde dus zijn eigen vlees, wat objectiviteit uiteraard onmogelijk maakte.

Toen een van de verdachten Boonacker wilde spreken, werd hij simpelweg afgewezen met de woorden: “Jij gaat naar de stad.” Dus uit die hoek was ook geen objectiviteit te verwachten.

Dors en Braaf werden naar Paramaribo overgebracht. Geruchten deden de ronde dat zij zwaar mishandeld waren, maar familieleden mochten hen niet zien.

Het proces

In januari 1928 behandelde het Hof de zaak tegen Braaf en Dors. Volgens het rechtbankverslag van De West:

  • Braaf zou hebben gedreigd een agent te doden als die hem zou aanraken. Tijdens de worsteling verwondde hij agent Lie A Wan ernstig met een mes.
  • Dors haalde zijn Oh Mi Gado (zware knuppel) uit zijn huis en zou ook hebben geslagen, al werd dat niet bewezen.

Tijdens het strafproces werd over beide heren gezegd: “Braaf noemt zich Bandula, zijnde de aangenomen naam van de aanvoerder van het straatgespuis in Demerara (…). Is een man van ongeveer 35 jaren, behoort tot de zoogenaamde ‘geweldenaars’ op Coronie. Hij heeft al een vonnis achter de rug en was onder andere betrokken bij het beruchte geval, toen een vroegere districtscommissaris door Coronianen met cocosnoten werd gebombardeerd. Ook Dors staat ongunstig bekend. Hij is voortdurend erop uit om de politie het leven zo onaangenaam mogelijk te maken.”

Uiteindelijk legde het Hof de volgende straffen op:

  • Frederik Braaf: 2 jaar openbare tewerkstelling, zonder aftrek van voorarrest, wegens zware mishandeling van een ambtenaar in functie.
  • Charles Dors: 6 maanden openbare tewerkstelling, mét aftrek van voorarrest, wegens mishandeling.

Oneerlijk proces en zware straf

Het vooronderzoek werd geleid door Oppenheimer, die zelf partij was, terwijl dc Boonacker zich had teruggetrokken. Braaf heeft echter niet ontkend. Braaf moest zijn straf uitzitten in Fort Zeelandia, hoewel Coronie een eigen gevangenis had. Braaf kreeg bovendien als maatregel een kromboei aangelegd: een ketting die nek en enkels verbond, waardoor hij voor de rest van zijn leven gebogen moest lopen – een martelpraktijk die in 1927 nog (illegaal) werd toegepast, ruim zestig jaar na de afschaffing van de slavernij. Het lijkt erop dat de kromboei bedoeld was hem voor de toekomst fysiek uit te schakelen. Dat is ook gelukt, want na zijn vrijlating keerde Braaf min of meer als invalide terug naar Coronie.

kromboei

Volgens Sombra maakte Braaf de terugreis op de bato (kotter/schip) van zijn grootvader, die toentertijd een van de vele schippers was, die de scheepvaartdienst verzorgden op de lijn Coronie-Paramaribo. Zijn grootvader zette bij aankomst in Coronie een huisje voor Braaf neer op de achterkant van zijn grote perceel te Totness. Dit perceel strekte zich uit van de eerste Serie (Jozef Schoenmanstraat) tot aan de tweede serie (Kofimakastraat).

Sombra herinnert zich nog hoe hij als kleine jongen Braaf soms hielp bij eenvoudige zaken, zoals het rijgen van een naald toen zijn zicht achteruitging. Braaf stierf, volgens Sombra, waarschijnlijk in het s-Lands Weldadigheidsgesticht (Lantigron) te Paramaribo, omdat hij zich op een bepaald moment niet meer zelf kon behelpen.

De val van Oppenheimer

Twee jaar na de veroordeling van Braaf (1930) moest dc Oppenheimer nu zelf voor de rechter verschijnen wegens verduistering en valsheid in geschrifte.

In de periode van november 1928 tot december 1929 zou hij zich als kassier van de Vereeniging Onderlinge Landbouwers Friendship sf.2205,00 wederrechtelijk hebben toegeëigend en valselijk in de kasboeken hebben geboekt. Districtsklerk Oppenheimer weet het tekort aan: zenuwachtigheid en zijn gemoedstoestand nadat hij vernomen had dat zijn verplaatsing van Coronie naar Nickerie was gevraagd.

De advocaat vond dat Oppenheimer met zijn nerveus gestel reeds zwaar gestraft was, en een slag had gehad die hij niet licht te boven zal komen. De advocaat drong op aan dat beklaagde uit voorarrest zou worden ontslagen, wat door het Hof geweigerd werd.

De strafeis was onder aftrek van het voorarrest (ruim negen maanden) veroordeling tot twee jaren gevangenisstraf. Helaas heb ik niet kunnen achterhalen tot welke straf hij uiteindelijk veroordeeld werd. Oppenheimer werd uiteindelijk oneervol ontslagen uit s-Lands dienst en emigreerde later met zijn vrouw, waarschijnlijk naar Nederland. Als Karma bestaat, dan is dit een schoolvoorbeeld hiervan.

Culturele en sociale context

De gebeurtenissen rond Koninginnedag 1927 moeten worden begrepen in een bredere context van lokale tradities en muzikale cultuur. Kawinamuziek was niet enkel vermaak; het functioneerde ook als sociale expressie en middel tot groepscohesie binnen de gemeenschap (Bahadoorsingh, 2020). Het conflict met Oppenheimer cs weerspiegelt de botsing tussen traditionele culturele praktijken en koloniale autoriteit, waarbij muziek en dans werden gezien als subversief gedrag, afgoderij. Gelukkig hebben we die periode al achter ons.

Bronnen:

  1. Belofte maakt schuld artikel waarin een correspondent van Dagblad Suriname verslag doet van de gebeurtenissen rond Koninginnedag 1927. https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010344578:mpeg21:a0065
  2. Het Relletje op Coronie (rechtbankverslag De West 17-1-1928) (https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB23:001614005:mpeg21:a00019
  3. Beklag 1926 over toepassing kromboei in Albina https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBDDD02:000212338:mpeg21:a0006
  4. Verduistering Oppenheimer De West 30-09-1930:  https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB23:001609078:mpeg21:a00012
  5. Bekendmaking ontslag wegens wangedrag Oppenheimer https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011235279:mpeg21:a0070
  6. Beschrijving van de gebeurtenissen over 2 dagen: 31 aug en 1 sept Dagblad Suriname van 9 sept 1927. https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010344549:mpeg21:a0027
Bladwijzer de permalink.

Reacties zijn gesloten.