1 juli overdenking: kotoyaki, een kledingstuk van onderwerping tot symbool verheven?

Onlangs is een kotoyaki-museum geopend in Suriname. De kotoyaki is een klederdracht die in de slaventijd door de (witte) echtgenoten van slavenhouders werd bedacht, ontworpen en opgelegd aan de zwarte slavinnen. Door deze kledij kwamen de curves van de (zwarte) slavinnen in geen enkel opzicht tot hun recht.

Deze Taliban -achtige maatregel moest voorkomen dat de slavenhouder in wulpse verleiding kwam van de slavinnen. Het was dus een instrument van macht en verknechting. En uiteraard verguizen wij, zwarte mensen, al het negatieve dat herinnert aan de slavernij. Het hedendaagse pronken in kotoyaki’s lijkt daarom dan ook een heel erg vreemde eend in de bijt.

En toch zie je elk jaar weer zwarte vrouwen in alle kleurschakeringen van de zwarte huid en van alle opleidingsniveaus, op manifestaties en bij optochten erom wedijveren wie de mooiste kotoyaki aanheeft met bijbehorende waaier. Zelfs mensen die 365 dagen per jaar bountyful zijn, zwart van buiten maar lelieblank van binnen, doen hieraan mee. Met gemengde gevoelens aanschouw je vanaf de kantlijn het tafereel totdat je een jou bekend persoon waarneemt in kotoyaki en je – geschokt in jouw moreel – maar toch met een glimlach hardop denkt: “ook gij Prunella”. Alleen op deze bijzondere dag lijkt Prunella ook zwart van binnen, maar schijn bedriegt natuurlijk.  Vanaf 2 juli is Prunella weer een bountyful lady, die God nog steeds dankbaar voor is dat slavernij heeft bestaan, omdat ze anders anno 2015 een zielige, seropositieve Afrikaanse zou zijn geweest, luisterend naar de naam Cynthia M’popo. Een ieder onder ons kent wel zo’n Prunella of Prunello in zijn/haar sociale omgeving.

Daarnaast heb je onder de deelneemsters ook zelfbewuste zwarte mensen die de koto zien als puur onderdeel van onze cultuur, zonder zich wat aan te trekken van de ontstaansgeschiedenis van deze klederdracht. Het gaat meestal om traditionele bigisma’s. Deze groep mensen steekt zich ook op andere hoogtijdagen zoals bigiyari (jaardag met rond getal) of bij culturele activiteiten bewust in kotoyaki. Voor deze groep mensen is de koto een onderdeel van hun culturele beleving. Dat respecteer ik en geniet er zelf ook van wanneer deze vrouwen met koperen bekken op het hoofd en twijgje in de mondhoek mooie danspasjes uitvoeren op skrakipoku.

Ten slotte nog heb je de restgroep die kuddegedrag vertoont en zich daarom bewust van den domme houdt omwille van het pronken.

Maar hoe moet je anno 2015 als redelijk schepsel oordelen over een kledingstuk uit de slaventijd, dat eigenlijk een symbool is van verknechting en beknotting van jouw eigen persoonlijkheid als vrouw? Ik ken ook zwarte vrouwen die stellen zich nooit in deze klederdracht te zullen steken vanwege de ontstaansgeschiedenis ervan! Zij hebben ongetwijfeld het gelijk aan hun zijde.

Maar je kunt een nood ook tot deugd verheffen, iets negatiefs ook een positieve draai geven, gewoon op grond van het belang dat daarmee gediend wordt. Ik bedoel hiermee dat je de kotoyaki ook kunt zien als het levende bewijs dat in de slaventijd de witte vrouw in de zwarte vrouw een serieuze bedreiging zag van haar eigen seksualiteit. En dan kun je dit bewijs, waar nodig, als wapen gebruiken; enerzijds tegen de nog zeer actieve superioriteitswaanzin van veel witte mensen en anderzijds ten behoeve van jouw gevoel van eigenwaarde als zwarte vrouw.

De geschiedenis van de kotoyaki blijft niettemin in enig opzicht toch een nare herinnering aan de slavernij, die ook levend gehouden moet worden. Ik hoop dat het pas geopende koto-museum hier ook veel aandacht aan schenkt.  Voor detailinformatie over de wreedheid van de slavernij specifiek in Coronie: zie op deze site: historie/slavernij. Lees aldaar dan de publicaties en ooggetuigenverslagen uit oude Nederlandse kranten.

Ik wens u allen een vredige en bezinningsvolle Keti-Koti toe!

Herwin Hooplot

Bladwijzer de permalink.

Reacties zijn gesloten.