Over de menschen en nog wat

De Coroniaan:#3

Bron: 75ste Jaargang No. 33.     DINSDAG 24 APRIL 1923.Koloniaal dag- en advertentieblad SURINAME

 

Brieven van Paulus

Coronie, 20 April ’23

Over de menschen en nog wat,

Wilt gij den Coroniaan leeren kennen? Ziet hem daar zoo kalm en rustig worstelen met wind en golven als hij naar de mailboot moet. O gy zoudt bezwijken onder het gewicht van een dezer riemen; hij hanteert ze met even groot gemak als gij uw liniaal. Op zijn kotter voelt hij zich koning en  trotseert wind en golven. Ziet hem in den Ochtend met het geweer aan den schouder, muskieten en mompieren ten spijt, baggeren in de modder tusschen de paroewas, loerend op flamingo’s en andere vogels. Of zie hem in diezelfde modder de handen steken in de holen der krabben, om deze te vangen en u voor een paar dubbeltjes een lekkeren maaltyd te bezorgen. Met wat een gemak beklimt hij den soms 60 voet hoogen kokospalm terwyl deze door den wind heen en weer gezwaaid wordt.

Ziet hem zakken noten, cassave of anders op het hoofd torsen over groote afstanden. Bezoeken over afstanden van 3 uren en meer om op denzelfden dag terug te keeren zyn voor hem geliefkoosde verpozingen. De loozing van zyn perceel is slecht, de natuur is hem tegen, zijn teveldstaande gewassen worden door het water verwoest, hy jammert, om straks weer op datzelfde terrein te planten, in de hoop op een goeden oogst.

Ziet hem op Zon- en feestdagen op zijn mooist gekleed ter kerke gaan en zeg mij of dat een slecht schepsel is. Maar ik weet, kleur, houding, voorkomen, zij trekken niet aan. De breede lach lijkt een grijns, de oogen kijken u brutaal aan.

Als hij onder zyn kokospalm genoegelijk zit, wordt hij lui genoemd. De Coroniaan wordt verkeerd beoordeeld!

Hoe beschaafder ‘n mensch, hoe meer behoeften hy heeft. Nu is dit juist een gebrek van het isolement, dat, of er bestaan zoo goed als geen behoeften, of men schept ze zich op eene verkeerde wyze. En het is juist een kenmerk van ware beschaving om de behoeftenten goede te scheppen.

Als de Coroniaan na volbrachte dagtaak weer thuis is gekeerd, dan zoekt hij, na den inwendigen mensch te hebben versterkt, gezelschap. Dit gezelschap bestaat uit vrouw en kinderen, vrienden, enz. Dit gezelschap is dikwyls niet opvoedend, niet belangwekkend genoeg. Verveling is hiervan het gevolg.

De donkere straat trekt niet aan. Het is, vroeg naar bed, wat voor kinderen wel goed moge zyn, maar voor volwassenen zeker niet. ‘n Soort ledigheid ontstaat en zwakke naturen grijpen naar de kaarten of zoo iets.  Het kwaad is geboren. St. Jozef” en „Wik” brengen wel eenige afleiding, maar deze gelegenheden zijn onvoldoende.

Stel de volwassen mannelyke bevolking op 1000, dan tellen die twee vereenigingen nog geen 60 leden. En de mensch moet ontspanning hebben! Er bestond een leeszaal, thans is zy ad patres.

Cricketclubs draaien om het getalletje van 40. Tel daarby nog 2 a 3 godsdienstoefeningen op de werkavonden, dan is zoo wat alles genoemd. Het isolement doet zich voelen en drukt zwaar. ‘n Gelegenheid tot ontspanning, waar men bv. iederen avond van 7 tot 10 bijeen kan komen en waar men zich kan verzetten met een partijtje biljart, dam, schaak, of dergelijk spel —een kegelbaan — waar men couranten, tijdschriften kan lezen,  zou zeker niet misplaatst zyn.

Er zouden avonden gegeven kunnen worden van, lichtbeelden, zoo mogelijk een bioscoop, voordrachten, ook wel eer gezellig dansje. Last but notleast, populaire voordrachten konden gehouden worden. In ieder geval er wordt dan den Coronianen een gelegenheid geopend toegankelijk voor ‘n ieder, waar zij elkaar beter leeren begrijpenen zich niet alleen gepast en vroolijk kunnen ontspannen, maar ook ontwikkelen.

Als nu aan het hoofd van zoon inrichting een beschaafd mensen staat, en behoorlijke bepalingen getroffen worden om buitensporigheden te voorkomen, dan is het bijkans zeker dat zoon inrichting ‘n zegen voor het district zal zijn. Maar wie neemt het initiatief!

Samenwerking?  Wilt gij deze verkrijgen, begin dan van onderen.Denk aan de kinderen, zij wordende mannen en vrouwen later.

Leg in hen het zaad van samenwerkingen het zal opschieten. Wanneer wij de scholen buiten bespreking laten, vinden wy Zondagscholen, naaicursussen en op Salem ‘n cricketclub (Met dit laatste kan ik mij niet vereenigen; cricket is geen sport voor kinderen). Waar zijn nu de kindervereenigingen? ‘n Afdeeling padvinders bestond er met meester Heylaard aan het hoofd en Generaal Bakker,maar is reeds lang dood.

Vereenig de kinderen! Leer hen gezellig spelen; want ook dit kennen ze niet. De kinderen zijn zoo goed als geheel aan hun lot overgelaten. Zij gaan de straat op en de gevolgen blijven dan ook niet uit. Ik weet dat alles niet met één tooverslag gaat; er behoort veel tact en geduld by . Maar eens zullen de nieuwe ideeën baanbreken, de Coroniaan zal gebracht worden op het gewenschte peil; hy zal meer behoeften hebben, samenwerking zal voor hem iets gewoons zijn en dit zal zyn woonplaats in de allereerste plaats ten zegen zijn. Hy zal een nieuw mensch worden,hy zal beter begrepen worden.

Paulus

Terug naar De Coroniaan of lees ook onze column!

Bladwijzer de permalink.

Reacties zijn gesloten.